In de eerste Turnpunt sinds de Spelen van Parijs blikt Martijn de Veer terug op zijn Olympische debuut. Een debuut op wilskracht, want in aanloop naar de Spelen kreeg Martijn te maken met een reeks blessures. Slechte timing, zegt hij met gevoel voor understatement. Tóch wist De Veer zich in de Olympische ploeg te turnen, een prestatie waar hij trots op is. En: het scheelde niet veel of hij had in Bercy de teamfinale geturnd.
Met Martijn spreken we over zijn Olympische indrukken, de battle tussen Japan en China, en natuurlijk de krankzinnige rekstokfinale, zijn favoriete toestel. Ook vertelt hij over zijn eigen turnverleden, dat ooit begon op een trampoline in de achtertuin, en over zijn turntoekomst.
Martijn de Veer is met zijn 21 jaar weliswaar een ‘jonkie’, het weerhoudt hem er niet van zelf na te denken over trainingen -zelfs in blessuretijd- en over de samenstelling van zijn ultieme rekstokoefening in de nieuwe jurycode.